|
De zuigeling In deze tijd is het kind erg gevoelig voor scheiding. Het kind is sterk op zoek naar bescherming bij het ontdekken. Wanneer het geen vertrouwd gezicht in de buurt ziet, steken de angstgevoelens de kop op en wordt het kind pas weer rustig als het een van de ouders ontdekt. Door de angst van scheiding kan ook het nachtelijk huilen beginnen of verhevigen.
In deze leeftijdsfase neemt de angst voor 'vreemde' gezichten en het alleen zijn geleidelijk af. Maar andere angsten kunnen ontstaan en/of toenemen. De angst voor dieren is daar een voorbeeld van. Door het ontdekken van de leefomgeving kan het kind een nare ervaring met een huisdier opdoen. De impact kan groot zijn voor het kind en de angst voor dieren vormt zich. Ook angstige reacties van een ouder op dieren, spinnen bijvoorbeeld, kan angst bij het kind oproepen. Angst voor het donker ontstaat vaak in de peutertijd. Als het donker is kun je maar beperkt om je heen zien en dat is een groot contrast met overdag. Tijdens de ontdekkingstochten heeft het kind overdag meestal een goed zichtveld. 's Nachts ontbreekt dat en kan het zorgen voor sterke onrust- of angstgevoelens. Ook in deze fase van het jonge leven speelt het gedrag van de ouder een belangrijke rol bij de ervaring die het kind opdoet en hoe het ermee omgaat. Gespannen of angstig gedrag neemt het kind over. Hieraan zijn vaak minder prettige consequenties verbonden. Het kind wordt in toenemender mate beperkt in het doen en laten. En het zal makkelijker andere angsten gaan ontwikkelen. Als ouder is het verantwoord optreden een noodzaak. Een vertrouwde omgeving is onmisbaar voor een evenwichtige ontwikkeling van het kind.
De kleuter Voor de ouder is en blijft ook in deze periode de beschermende rol weggelegd. Door het vertrouwen dat het kind in de ouder heeft, kan een angst overwonnen worden. Door een ontspannen houding van de ouder komt de rust bij het kind sneller terug. Het kind leert zo dat bepaalde zaken niet beangstigend zijn, niet gevaarlijk zijn. Kortom, door het begrip en de reactie van de ouder bouwt het kind aan zijn/haar zelfvertrouwen.
De scholier Bij zijn/haar daden worden vooraf de consequenties 'zichtbaar' en het kind gaat daar naar handelen. Het kind kan nu vooraf gaan inschatten wat de gevolgen zouden kunnen zijn. Een nadeel daarvan is het gegeven dat het kind nu zorgen kan maken. Een angst die vaak de oorsprong in deze fase van het jonge leven vindt, is de sociale angst. Het oordeel van anderen kan heel zwaar gaan wegen. Het kind wil er bijhoren. De groepsdruk kan zeer zwaar drukken. Het is de taak van volwassenen om hier evenwicht in aan te brengen. Een positief punt is het gegeven dat de sociale angst een kind leert om met anderen om te gaan. Al moet hierbij de eigenwaarde niet uit het oog worden verloren.
De adolescent De sociale angst kan zo zijn toegenomen, dat er een isolement ontstaat. Allemaal serieuze problemen, die mogelijk kunnen uitgroeien tot een depressie. Voor ouders is het zaak deze problemen vroegtijdig te onderkennen en erop te anticiperen.
|
|